The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Boek 11 - Hoofdstuk I


Hoofdstuk I

Shoeka zei:
39. O nakomeling van de Koeroes (koning Pariekshit), op bevel van de Heer (Shrie Krishna) maakten de Yaadavas (afstammelingen van koning Yadoe) hun strijdwagens klaar om zich naar het bedevaartsoord (Prabhaasa, een heilige plaats op de westkust van India) te begeven.

40-41. O koning, toen hij de vreselijke voortekens zag en de woorden van de Heer hoorde, raakte Oeddhava de voeten van de Heer van de heersers over de aarde aan, die hij altijd was toegewijd. Op een afgelegen plaats en met de handpalmen tegen elkaar richtte hij het woord tot Hem.

Oeddhava zei:
42. O Heer van de heersers onder de goden, O Heer van Yoga, O Gij van wie het voorspoedig is om over te spreken en te horen spreken, Ge zult deze wereld verlaten na dit geslacht te hebben vernietigd, aangezien Gij de vloek die erop rust niet verijdelde, al hebt Ge daartoe de kracht.

43. O Keshava, nog geen halve seconde kan ik het verdragen van uw lotusvoeten gescheiden te zijn. Neem me dan ook mee naar uw verblijfplaats, O Heer.

44. O Krishna, genietend van de verhalen over het spel dat Ge speelt en dat leidt tot het hoogste goed van de mensheid en dat als nectar is voor het oor, geeft men alle begeerten op.

45. En hoe kunnen wij, uw toegewijden, uw gezelschap opgeven in liggen, zitten, wandelen, staan, baden, spelen, eten enzovoort, want Ge zijt ons zeer dierbaar, neen, Ge zijt ons eigen Zelf?

46. Wij, uw dienaren, zullen beslist uw Maayaa (illusie) overwinnen, bedekt als we zijn met bloemenkransen, parfums en sieraden die door U werden gebruikt en aangezien wij de resten van uw voedsel eten.

47. Wijzen die leven van lucht, asceten die in celibaat leven, die hun zinnen tot bedaring hebben gebracht, die de wereld hebben verzaakt en die zuiver zijn, bereiken uw status, die Brahman (het Absolute) wordt genoemd.

48. Maar wij, O grote Yogi, die door de wereld dwalen door de zijwegen van werk, zullen zijn zo moeilijk te doorwaden duisternis overstijgen door over U te spreken met uw toegewijden,

49. door uw daden en woorden, uw bewegingen, glimlach, blik en uw scherts in het nabootsen van mensen te onthouden en te vertellen.

Shoeka zei:
50. Aldus gesmeekt, O koning, sprak Bhagavaan Shrie Krishna tot zijn beminde dienaar, Oeddhava, die heel en al aandacht was.